Published online by Cambridge University Press: 03 June 2009
In this article I will first investigate the response Freudian psychoanalysis received in the Netherlands from 1905, when the first Dutch analyst began to practice psychoanalysis, until the beginning of World War II. Then I will briefly describe the development of psychoanalysis after the war.
In the Netherlands as elsewhere Freudian psychoanalysis was transmitted first to the medical profession, that is to say, to a segment of the Dutch social elite. From there, Freud's ideas spread to other parts of the elite, especially the intellectuals and the religious leaders, after which psychoanalysis was filtered down to the public at large in a form the elite thought appropriate to it.
1 Jones, E., The Life and Work of SigmundFreud, 3 vols. (New York: Basic Books, 1957), III, 28Google Scholar. Spanjaard, J., “August Starcke, 1880–1954: The Sources of Castration Anxiety,” in Analytic Pioneers, Alexander, F., Eisenstein, S., and Grotjahn, M., eds. (New York: Basic Books, Inc., 1966), 321–32.Google Scholar
2 Premier Congrés international de Psychiatric de Neurologie, de Psychologie et de l' assistance des aliénés, Amsterdam, 2–7 09 1907 (Amsterdam: J. H. de Bussy, 1908)Google Scholar. The congress was reported in Psychiatrische en Neurologische Bladen (henceforward PNB), 12 (1908), 51–55. I am very grateful to J. H. van den Berg and his Instituut voor Conflict Psychology at Leiden for help in locating materials for this study.Google Scholar
3 Carp, E. A. D. E., Jelgersma. Leven en Werken van een verdienstelijk Nederlander (Lochum: De Tijdstroom, 1942), 59.Google Scholar
4 Schnitzler, J. G., “Onderzoekingen over Diagnostiek van Voorstellingscomplexen met Behulp van het Associatie-Experiment” (doctoral dissertation, Utrecht, 1907)Google Scholar; van der Haeven, H., “De Invloed der Meerwaarde van Voorstellingen in het Woordreactie-Experiment” (dissertation, medicine, Leiden, 1908).Google Scholar
5 Deenik, A., “lets over modeme Behandeling van Zemrwlijders,” Orgaan van de Christelijke Vereniging van Natuuren Geneeskundigen in Nederland (1907–1908), 168.Google Scholar
6 Jones, , Life and Work, III, 28.Google Scholar
7 van Renterghem, A. W., Autobiographic 2 vols. (Rotterdam: privately printed, 1924–1927), II, 450–81Google Scholar. Other Dutch members at the time were Stärcke; van Ophuysen, J. H. W., a physician who lived at Zürich, where he worked at the Bircher clinic; and van der Linde, B. D. J..Google Scholar
8 Stigter, D., Announcement of the founding of the Zentralblatt fur Psychoanalyse, in Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (henceforward NTG) (1911), 1174–75.Google Scholar
9 van Raalte, F., “Uit deduistere Diepten vandeZiel,” Nieuwe Rotterdamse Courant, 13, 17, and 29 11 1911.Google Scholar
10 Stärcke, A., “Psycho-Analyse van theoretisch Standpunt,” PNB, 16 (1912), 365–468Google Scholar; Bouman, Leendert, “De Psycho-Analyse van Freud,” PNB, 16 (1912), 346–64.Google Scholar
11 Stärcke, J., “De Psychologie van her Onbewuste; een nieuwe Wetenschap,” De Telegraaph, Morning, Ed., 12 01 1912.Google Scholar
12 van Emden, J. E. G., Over Psychoanalyse. VijfVoordrachten gehouden ter gelegenheid van het 20-jarig Bestaan der Clark University in Worchester, Massachusetts door Prof. Dr. Sigm. Freud LL.D, Met Toestemming van de Schrijver vertaald door van Emden, J. E. G. (Leiden: S. C. van Doesburgh, 1912).Google Scholar
13 van Renterghem, A. W., Freud en zijn School (Baarn: Hollandia Drukkerij, 1913; French trans. 1914, English trans. 1914).Google Scholar
14 van der Chijs, A., Inleiding tot de Grondbegrippen en Techniek der Psychoanalyse (Baam: Hollandia Drukkerij, 1914).Google Scholar
15 Stárcke, A., authorized translation of Sigm. Freud, I. De Sexueele Beschavingsmoraal als Oorzaak der moderne Zenuwzwakte. II. Dwanghandeling en Godstdienstoefening, met eene inleiding (Baarn: Hollandia Drukkerij, 1914).Google Scholar
16 Stärcke, J., translation of Sigm. Freud, De Droom als Uiting van het onbewuste Zieleleven (Leiden: van Doesburgh, 1913)Google Scholar; idem, translation of Abraham, Karl, Droom en Mythe (Leiden: S. C. van Doesburgh, 1914).Google Scholar
17 Jelgersma, G., Ongeweten Geestesleven (Leiden: S. C. van Doesburgh, 1914)Google Scholar. In his history of the psychoanalytic movement, Freud mentioned this address as the first official recognition of dream interpretation and psychoanalysis in Europe (Freud, Sigmund, The History of the Psychoanalytic Movement, edited and with an introduction by Reiff, Philip (New York: Collier Books, 1972), 66).Google Scholar
18 Spanjaard, , “August Stärcke,” 323.Google Scholar
19 Stärcke, A. mentions the profound effect of his self-analysis in his paper, “Psycho-Analyse van Theoretisch Standpunt,” 167–68.Google Scholar
20 Van Renterghem, , Autobiographic I, 548–50.Google Scholar
21 Ibid., II, 87–93. On van Renterghem's and van Eeden's institute, see also van den Berg, J. H., Dieptepsychologie (Nijkerk: G. F. Callenbach N. V., 1970), 131–33Google Scholar; and Ellenberger, H. F., The Discovery of the Unconscious. The History and Evolution of Dynamic Psychiatry (New York: Basic Books, Inc., 1970), 757, 759, 777–78.Google Scholar
22 van Eeden, F. describes his interest in psychotherapy, hypnotism, mysticism, occultism, and spiritualism in his Dagbook [Diary], 1878–1923, 5 vols. (Culemborg: Tjeenk Willink NoorduijnB. V., 1972).Google Scholar
23 van Renterghem, A. W. described his therapy in Liébault en zijne School (Amsterdam: F. van Rossen, 1898), 182–231.Google Scholar
24 Van Renterghem, , Freud en zijn School, 37.Google Scholar
25 Ibid., 38.
26 Ellenberger, , Discovery of the Unconscious, 245–321.Google Scholar
27 Jelgersma became in 1885 privaatdocent—one privileged to teach at a university without having an official function—in criminal anthropology at the City University of Amsterdam. He had specialized in brain anatomy.
28 Jelgersma, G., “De geboren Misdadiger,” Tijdschrift voor Strafrecht, 6 (1892), 97–117 at 117.Google Scholar
29 Ibid. In his 1899 inaugural address, he called psychology and psychiatry natural sciences, and expressed contempt for the nonexperimental procedures of philosophers and theologians (Jelgersma, G., Psychologie en pathologische Psychologie (Leiden: van Doesburgh, 1899), 4, 31–34Google Scholar). He elaborated on this theme in his Open Brief aan Prof. G. J. P. J. Bolland (Leiden: Gebroeders van der Hoek, 1906).Google Scholar
30 Jelgersma, G., Leerboek der Psychiatric 1st ed. (Amsterdam: Scheltema en Holkema's Boekhandel, 1911).Google Scholar
31 “G. Jelgersma,” NTG, 38 (1901), 1068–74.Google Scholar
32 Winkler, On, see his autobiography, Herinneringen. (Arnhem: van Loghum Slaterus, 1947).Google Scholar
33 On Abraham Kuyper and his attempts to modernize orthodox Protestantism while retaining its fundamentalist principles, see Romein, Jan and Romein, Annie, Erflaters van onze Beschaving: Nederlandse Gestalten nil zes Feuwen, 4 vols. (Amsterdam: Querido, 1946), IV, 145–78.Google Scholar
34 Bouman, L., “Het Verband tussen Lichaam en Ziel,” Orgaan van de Christelijke Vereniging van Natuur-en Geneeskundigen in Nederland (henceforward OCVNG) (1908–1909), 154.Google Scholar
35 Bouman, L., “De Opwekking in Wales,” OCVNG (1909–1910), 53.Google Scholar
36 Bouman, L., “Psychische Therapie,” OCVNG (1910–1911), 6.Google Scholar
37 Ibid., 4–6.
38 Bouman, L., De Beghjpelijke Relaties in de Psychologic (Amsterdam: Kirchner, 1918), 26–27.Google Scholar
39 de Boer, T.J., “Psychanalyse,” De Beweging. Algemeen Maandschrift voor Letteren, Kunst, Wetenschap en Staatkunde, 10:1 (1914), 113–29; 10:3 (1914), 16–22.Google Scholar
40 Heering, G.J., “Om de menschelijke Ziel. De Psychanalyse en het Geestesleven,” Onze Eeuw. Maandschrift voor Staatkunde, Letteren Wetenschap en Kunst, 15 (1915), 42–77, 249–84.Google Scholar
41 Aengenent, J.D.J., “De Psycho-analytische Methode van Freud,” De Katholiek. Godsdienstig en Letterkundig Maandschrift, 153 (1918), 289–99.Google Scholar
42 Meyer, A.F., De Behandeling van Zenuwzieken door Psycho-analyse. Een Overzicht van Freud's Theorie en Therapie voor Arisen en Studenten (Amsterdam: Scheltema en Holkema's Boekhandel, 1915).Google Scholar
43 Meyer, A. F., De Droom (Baarn: Hollandia Drukkerij, 1916).Google Scholar
44 J. Stärcke, translation of Sigm. Freud, , De Invloed van ons Onbewuste. Over: vergeten, zich verspreken, zich vergissen (Amsterdam: Maatschappij voor goede en goedkope Lectuur, 1916).Google Scholar
45 Jelgersma, G., Een Geval van Hysterie Psychoanalytisch behandeld (Leiden: van Doesburgh, 1915).Google Scholar
46 Katz, R. J., “Over de heuristische Waarde van Droomen bij de Behandeling van Neurosen,” NTG, 60 (1916), 1470–75.Google Scholar
47 Major articles and books by van der Hoop, J. H. are: “De psycho-analytische Methode,” NTG, 61 (1917), 458–79Google Scholar; “Psycho-analytische Opvattingen van de Zielsziekte,” Geneeskundige Bladen, R, 21 (1920), 117–44Google Scholar; Nieuwe Richtingeninde Zielkunde (Atmhem: N. V. Uitgevers van Lochum en Slaterus, 1921Google Scholar; authorized English trans., as Character and Unconscious, by Trevelyan, Elizabeth, 1923)Google Scholar; Sexualiteit en Zieleleven (Amhem: N. V. van Lochum Slaterus, 1926)Google Scholar; Homosexualiteit (Amsterdam: Kosmos, 1934).Google Scholar
48 Van der Hoop, , “De psycho-analytische Methode,” 458–79.Google Scholar
49 The meeting is described by van Emden, J. E. G. in Internationale Zeitschrift für Psychoanalyse, 4 (1916–1917), 332–40Google Scholar. The paper was subsequently published: Winkler, C., “Het Stelsel van Prof. Sigm. Freud,” Geneeskundige Bladen (1917), 269–99Google Scholar. See also Winkler, , Herinneringen, 145–46Google Scholar. It was often quoted, and prompted reactions by Meyer, A. F., “Winkler contra Freud,” Medisch Weekblad, 24 (1917), 264–70Google Scholar, and van Ophuysen, J. H. W., “Prof. Winkler en de Psychoanalyse,” NTG, 61 (1917), 504–7.Google Scholar
50 van Suchtelen, N., Uit deDiepten derZiel. Samenspraken over Droom en Geweten. Met een algemene inleiding over het psychoanalytisch onderzoek van den droom (Amsterdam: Maatschappij voor Goede en Goedkope Lectuur, 1917).Google Scholar
51 For a description of Jelgersma's circle, see Holstijn, A. J. Westerman, “Professor G. Jelgersma und die Leidener Psychiatrische Schule,” Internationale Zeitschrift fur Psychoanalyse, 10 (1924), 253–57.Google Scholar
52 Spanjaard, J. and Mekking, R. U., “Psychoanalyse in den Niederlanden,” Die Psychologie des 20. Jahrhunderts, Strobe, Gerhard, ed., 15 vols. (Zurich: Kinder Verlag, 1976–), III, 55–72.Google Scholar
53 Muller, F. P., Openbare Les, gehouden bij den Aanvang zijner Werkzaamheid als Privaat-Docent aan de Rijks-Universiteit te Leiden op 1 November 1922 (Leiden: N. V. Boekhandel en Drukkerij voorheen E. J. Brill, 1922).Google Scholar
54 Holstijn, A. J. Westerman, De Invloed van het bewuste denken op het onbewuste. Van het “ik” op het “Es.” Openbare Les gehouden bij den Aanvang zijner Werkzaamheid als Privaat-Docent in de Psycho-analyse van Psychosen en Primitivismen aan de Universiteit te Amsterdam op 27 September 1934 (Amsterdam: H. J. de Bussy, 1923).Google Scholar
55 Olten, J., Ideeen van Freud (Baarn: Hollandia Drukkerij, 1925).Google Scholar
56 van Dieren, E., “Futuristische Behandeling van Zenuwzieken. Wetenschap of Waanzin? Weldaad of Misdaad?” 1927Google Scholar; idem, Het Verband tussen de “Futuristische Behandeling van zielsziekten volgens Freud en de Bolsjewistische Geestesgegestelheid” (Utrecht: J. van Dratten, 1930).Google Scholar
57 van Dieren, E., Verbreiding van Freudiaansche Wetenschap(?) door den Radio-Omroep! (Utrecht: J. van Drutten, 1932).Google Scholar
58 See, for instance, Ph. Kohnstamm, , Modern-Psychologische Opvattingen omtrent Godsdienst en Religie. Een kritisch Overzicht (Amsterdam: N. V. Boekhandel W. ten Have, 1931), 19, 59–64Google Scholar; idem, “De Herontdekking van het Geweten bij Freud” [The rediscovery of conscience by Freud], Nederlands Tijdschrift voor Psychologie en hare Grensgebieden, 9 (1941), 1–18.Google Scholar
59 Tuinstra, C. L., Het Symbool in de Psychoanalyse (dissertation, theology, Groningen) (Amsterdam: H. J. Paris, 1933).Google Scholar
60 Fetter, J. C. A., Menschbeschouwing en Zielszorg (Zeist: J. Ploegsma, 1933).Google Scholar
61 de Haan, W. J., Psycho-analyse. Ontwikkeling van Freud's Leer en Critische Beschouwingen (dissertation, Utrecht, 1935) (Amsterdam: H. J. Paris, 1935).Google Scholar
62 de Haan, W. J., Moderne Zielkunde en het Evangelie. Zielsbeschouwing en Zielsvorming (Amsterdam: H. J. Paris, 1937).Google Scholar
63 Annalen 1923 (Leiden: G. F. Thionville, 1923). This yearbook is a publication of the Vereeniging tot het Bevorderen van Wetenschap onder de Kathokieken in Nederland.Google Scholar
64 Report of meeting of the Society for Thomistic Philosophy. de Vries, H. F., “De huidige Stand der Psychoanalyse,”Google Scholar and Duynstee, W., C.s.s.R., “De Verdringingstheorie beoordeeld van een Thomistisch Standpoint,” in Studia Catholica (Nijmegen: N. V. Centrale Drukkerij, 1935).Google Scholar
65 Van Renterghem, , Liebeault en zijne School, 171.Google Scholar
66 Bouman, , “Psychische Therapie,” 13.Google Scholar
67 Stärcke, A., De sexueele Beschavingsmoral, 5.Google Scholar
68 Ibid., 6.
69 Ibid.
70 Stärcke, A, Psychoanalyse und Psychiatric Beiheft der Internationalen Zeitschrift fur Psychoanalyse (Leipzig, Wien, Zurich: Inkernationaler Psychoanalytischer Verlag, G.M.B.H., 1921), 17.Google Scholar
71 Stärcke, A, Psycho-analytische en andere Beschouwingen over Schuld en Straf. Verslag bijeenkomst van het Psychiatrisch Juridisch Gezelschap op 12 November 1932 te Ansterdam. (Amsterdam: N. V. Uitgevers en Drukkers Maatschappij van F. van Rossen, 1932), 9, 35.Google Scholar
72 Giltay, H., Sociaal-Culturele Vernieuwing en Psychoanalyse (Arnhem: van Lochum Slaterus' Uitgeversmaatschappij, 1933).Google Scholar
73 For example, the sexologist van Emde Boas, C., “Eros en Agressie,” Fundament. Onafliankelijk Tijdschrift voor Politiek, Economic Cultuur en Literatuur, 4 (1937), 9–26Google Scholar; Constandse, A. L., Sexueele nood en fascisme (Den Haag: uitg. “De Albatros,” 1935)Google Scholar; idem, Sexualiteit en levensleer. De sexuele en politieke psychologie van Dr. W. Reich (Antwerpen-Amsterdam: uitg. Het Lichtschip, 1938)Google Scholar; Nabrink, Gé [Vermeers, B.], Levensvreugde. Wegen en Mogelijkheden lot Vrijheid en Geluk (Amersfoort: Brochurendepot I.A.M.V., 1940).Google Scholar
74 The exception was August Stärcke.
75 Spanjaard, and Mekking, , “Psychoanalyse in den Niederlanden,” 62–72.Google Scholar