Hostname: page-component-cd9895bd7-dk4vv Total loading time: 0 Render date: 2024-12-27T08:06:11.632Z Has data issue: false hasContentIssue false

Public or private interests? The investment behaviour of public officials in Antwerp during the early modern period

Published online by Cambridge University Press:  30 December 2014

Nicolas De Vijlder
Affiliation:
Ghent University
Michael Limberger*
Affiliation:
Ghent University
*
Michael Limberger (corresponding author), Michael.Limberger@UGent.be

Abstract

Indebted cities were a widespread phenomenon during the Ancien Régime. However, some found ways to innovate the management of their municipal debt, whilst others fell prey to over-indebtedness or default. In this article we have left the success stories aside and focused on the latter. Using early modern Antwerp as a case study, we have disentangled the underlying mechanisms that ultimately lead to over-indebtedness and (in some cases) default. Whilst the economic climate and the relationship between city and state have been rightly identified as major factors in the previous literature, our contribution brings another element to the table, namely, the inflexibility of long-established rent arrangements and the entanglement between the ruling elite and the rentiers. We show that there was a strong overlap between both groups, which had a huge impact on the financial policy of cities during the early modern period.

Type
Articles
Copyright
Copyright © European Association for Banking and Financial History e.V. 2014 

Access options

Get access to the full version of this content by using one of the access options below. (Log in options will check for institutional or personal access. Content may require purchase if you do not have access.)

References

Sources

Antwerp City ArchivesGoogle Scholar
City Account, R7, years 1530–1531.Google Scholar
Accounts of the consumptiekas, R1350–1432; R1459–1468.Google Scholar
Accounts of the reductiekas, R780–816, R894–932, R972–982, R1013–1025.Google Scholar
Accounts of the kas der domeinen, R86–95, R108–114, R122–125, R134–144, R174–183.Google Scholar
Blockmans, F. (1952). De stadsfinanciën. In Antwerpen in de XVIIIde eeuw. Antwerp: De Sikkel, pp. 4659.Google Scholar
Degryse, K. (2005). De Antwerpse fortuinen: kapitaalsaccumulatie, -investering en -rendement te Antwerpen in de 18de eeuw. Bijdragen tot de geschiedenis, 88, pp. 1393.Google Scholar
De Vijlder, N. (2013). Antwerps paardenbezit in de zeventiende en achttiende eeuw. Vlaamse Stam, 50, p. 12–20.Google Scholar
Génard, P. (1864). Naemlyst der secretarissen van Antwerpen. Antwerpsch Archievenblad, 1, pp. 111–17.Google Scholar
Génard, P. (1869). Naemlyst der greffiers van Antwerpen. Antwerpsch Archievenblad, 6, pp. 385–99.Google Scholar
Génard, P. (1876). Naemlyst der rentmeesters en tresoriers van Antwerpen. Antwerpsch Archievenblad, 13, pp. 386401.Google Scholar
Génard, P. (1881). Naemlyst van stadhouders, leenmannen, greffier en leenvinder. Antwerpsch Archievenblad, 18, pp. 2945.Google Scholar
Masure, T. (1986). De stadsfinanciën van Antwerpen 1531–1571: een poging tot rekonstruktie. Unpublished Master's dissertation, Ghent University.Google Scholar
Van Den Broeck, G. (1980). De Antwerpse magistraat 1675–1699, een bijdrage tot de institutionele en sociale geschiedenis. Unpublished Master's dissertation, Ghent University.Google Scholar
Van Den Nieuwenhuizen, J. (2000). Bestuursinstellingen van de stad Antwerpen (12de eeuw-1795). In Van Uytven, R. (ed.), De gewestelijke en lokale overheidsinstellingen in Brabant en Mechelen tot 1795, deel 2. Brussels: Algemeen Rijksarchief.Google Scholar

References

Aerts, E. (1982). Laatmiddeleeuwse Brabantse rekeningen in het historisch onderzoek. Gemeentekrediet van België, 36, pp. 275–94.Google Scholar
Alter, G. (1983). Plague and the Amsterdam annuitant: a new look at life annuities as a source for historical demography. Population Studies, 37, pp. 24–5.Google Scholar
Andrés Ucendo, J. I. (2008). Government policies and the development of the financial markets: the case of Madrid in the seventeenth century. In Caselli, F. Piola (ed.), Government Debts and Financial Markets in Europe. London: Pickering & Chatto, pp. 6780.Google Scholar
Andrés Ucendo, J. I. and Lanza Garcia, R. (2012). Taxation and debt in the early modern Castilian cities: the case of seventeenth century Madrid. In Andrés Ucendo, J. I. and Limberger, M. (eds.), Taxation and Debt in the Early Modern City. London: Pickering & Chatto, pp. 85100.Google Scholar
Andres Ucendo, J .I. and Limberger, M. (eds.) (2012). Taxation and Debt in the Early Modern City. London: Pickering & Chatto.Google Scholar
Arrighi, G. (1994). The Long Twentieth Century: Money, Power, and the Origins of Our Times. London: Verso.Google Scholar
Beguin, K. (2012). Financer la guerre au XVIIe siècle: la dette publique et les rentiers de l'absolutisme. Seyssel: Champ Vallon.Google Scholar
Blockmans, W. (1989). Voracious states and obstructing cities: an aspect of state formation in preindustrial Europe. Theory and Society, 18, pp. 733–55.CrossRefGoogle Scholar
Blockmans, F. (1952). De stadsfinanciën in Antwerpen in de XVIIIde eeuw. Antwerp: De Sikkel, pp. 4663.Google Scholar
Blondé, B (1999). Een economie met verschillende snelheden. Brussels: Paleis der Academiën.Google Scholar
Blondé, B. (2001). Indicatoren voor het luxeverbruik? Het paardenbezit en ‘conspicuous consumption’ te Antwerpen in de 17de en 18de eeuw. Bijdragen tot de geschiedenis, 84, pp. 497512.Google Scholar
Blondé, B. and Van Damme, I. (2009). Retail growth and consumer changes in a declining urban economy: Antwerp (1650–1750). Economic History Review, 63, pp. 638–63.CrossRefGoogle Scholar
Bonney, R. (1995). Introduction. In Bonney, R. (ed.), Economic Systems and State Finance. Oxford: Clarendon Press.CrossRefGoogle Scholar
Boone, M. (1990). Geld en macht: de Gentse stadsfinanciën en de Bourgondische staatsvorming (1384–1453). Ghent: Verhandelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent.Google Scholar
Boone, M. (1991a). Stedelijke fiscaliteit in de laatmiddeleeuwse Zuidelijke Nederlanden. Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 102, pp. 102–13.Google Scholar
Boone, M. (1991b). ‘Plus dueil que joie’: renteverkopen door de stad Gent in de Bourgondische periode: tussen private belangen en publieke financiën. Driemaandelijks tijdschrift van het Gemeentekrediet van België, 176, pp. 325.Google Scholar
Boone, M., Davids, K. and Janssens, P. (2003). Urban Public Debts: Urban Government and the Market for Annuities in Western Europe (14th–18th Centuries). Turnhout: Brepols.CrossRefGoogle Scholar
Boone, M., Dumon, M. and Reusens, B. (1981). Immobiliënmarkt, fiscaliteit en sociale ongelijkheid te Gent, 1483–1503. Kortrijk-Heule: UGA.Google Scholar
Bossuyt, E. (2013). De financiële uitstraling van een hoofdstad. De Brusselse stadsfinanciën: een institutionele en sociaal-economische analyse (1720–1782). Unpublished Master's dissertation, Ghent University.Google Scholar
Boumans, R. (1965). Het Antwerps stadsbestuur voor en tijdens de Franse overheersing: bijdrage tot de ontwikkelingsgeschiedenis van de stedelijke bestuursinstellingen in de Zuidelijke Nederlanden. Bruges: De Tempel.Google Scholar
Braudel, F. (1959). Les emprunts de Charles-Quint sur la place d'Anvers. In Charles-Quint et son temps. Paris: Éditions du Centre National de la Recherche Scientifique, pp. 191202.Google Scholar
Braudel, F. (1979). Civilisation matérielle, économie et capitalisme XVe–XVIIIe siècle, vol. 3: Le temps du monde. Paris: Armand Colin.Google Scholar
Carlos, A. M. and Neal, L. (2011). Amsterdam and London as financial centers in the eighteenth century. Financial History Review, 18, pp. 2146.Google Scholar
Clark, G. (2001). Debt, deficits, and crowding out: England, 1727–1840. European Review of Economic History, 5, pp. 403–36.Google Scholar
Coppens, H. (1992). De financiën van de centrale regering van de Zuidelijke Nederlanden aan het einde van het Spaanse en onder Oostenrijks bewind (ca. 1680–1788). Brussels: Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België.Google Scholar
Dambruyne, J. (2001). Mensen en centen: het 16de-eeuwse Gent in demografisch en economisch perspectief. Ghent: Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde.Google Scholar
Degryse, K. (1985). De Antwerpse fortuinen: kapitaalaccumulatie, -investering en -rendement te Antwerpen in de 18de eeuw. PhD dissertation, Ghent University. Published (2005) Bijdragen tot de geschiedenis, 88, pp. 1–393.Google Scholar
Degryse, K. (2001). Boekhouders, notarissen, stadsboden en factors. Het succesverhaal van sommige ‘financiële experten' te Antwerpen tijdens de 18de eeuw. In De lokroep van het bedrijf: handelaars, ondernemers en hun samenleving van de zestiende tot de twintigste eeuw. Liber amicorum Roland Baetens. Antwerp: UFSIA, pp. 4362.Google Scholar
Derycke, L. (2003). The public annuity market in Bruges at the end of the 15th century. In Boone, M., Davids, K. and Janssens, P. (eds.), Urban Public Debts: Urban Government and the Market for Annuities in Western Europe (14th-18th Centuries). Turnhout: Brepols, pp. 165–81.Google Scholar
De Vijlder, N. (2009). De publieke rentenmarkt van Antwerpen, een sociaal - economische analyse. Unpublished Master's dissertation, Ghent University.Google Scholar
De Vijlder, N. (2012). Voor vorst voor vrijheid en voor recht. Tijdschrift voor sociale en economische geschiedenis, 9, pp. 4773.Google Scholar
De Vijlder, N. (2013). Antwerps paardenbezit in de zeventiende en achttiende eeuw. Vlaamse Stam, 50, pp. 1220.Google Scholar
Ehrenberg, R. (1896). Das Zeitalter der Fugger: Geldkapital und Kreditverkehr im 16. Jahrhundert. Jena: Gustav Fischer.Google Scholar
Enthoven, V. (1996). Zeeland en de opkomst van de Republiek: handel en strijd in de Scheldedelta, c. 1550–1621[s.n.][s.l.].Google Scholar
Favier, J. (1971). Finance et fiscalité au bas Moyen Age. Paris: Sedes.Google Scholar
Gelderblom, O. and Jonker, J. (2009). With a view to hold: the emergence of institutional investors on the Amsterdam securities market during the 17th and 18th centuries. In Atack, J. and Neal, L. (eds.), The Origins and Development of Financial Markets and Institutions: From the Seventeenth Century to the Present. Cambridge: Cambridge University Press, pp. 7198.Google Scholar
Gelderblom, O. (2013). Cities of Commerce: The Institutional Foundations of International Trade in the Low Countries, 1250–1650. Princeton: Princeton University Press.Google Scholar
Hanus, J. (2007). Tussen stad en eigen gewin: stadsfinanciën, renteniers en kredietmarkten in 's Hertogenbosch (begin zestiende eeuw). Amsterdam: Aksant.Google Scholar
Kappelhof, T. (2006). De stedelijke financiën van 's-Hertogenbosch en Breda onder de Republiek. Tijdschrift voor sociale en economische geschiedenis, 3, pp. 96117.Google Scholar
Knipping, R. (1894). Das schuldenwesen der Stadt Köln im 14. und 15. Jahrhundert. Westdeutsche Zeitschrift für geschichte und kunst, 13, pp. 340–97.Google Scholar
Koudijs, P. (2013). ‘Those who know most’: insider trading in 18th c. Amsterdam. NBER Working Paper, no. 18845.Google Scholar
Kreglinger, A. (1845). Notice historique sur les impôts communaux de la ville d'Anvers. Brussels: Devroye.Google Scholar
Le Goff, J. (2010). Le moyen âge et l'argent. Paris: Perrin.Google Scholar
Limberger, M. (2006a). The advantage of the city and the service to the king: political discourse and strategies in the Antwerp city council in the 17th century. Paper presented at the 6th European Social Science History Conference.Google Scholar
Limberger, M. (2006b). Private money, urban finance and the state: Antwerp in the sixteenth and seventeenth centuries. Paper presented at the 14th International Economic History Congress.Google Scholar
Limberger, M. (2012). The making of the urban fiscal system of Antwerp until 1800. In Andrés Ucendo, J. I. and Limberger, M. (eds.), Taxation and Debt in the Early Modern City. London: Pickering & Chatto, pp. 131–48.Google Scholar
Masure, T. (1986). De stadsfinanciën van Antwerpen 1531–1571: een poging tot rekonstruktie. Unpublished Master's dissertation, Ghent University.Google Scholar
Murphy, A. L. (2013). Demanding ‘credible commitment’: public reactions to the failures of the early financial revolution. Economic History Review, 66, pp. 178–97.Google Scholar
Nicholas, D. (2003). Urban Europe, 1100–1700. Basingstoke and New York: Palgrave Macmillan.Google Scholar
Potter, M. (2000). Good offices: intermediation by corporate bodies in early modern French public finance. Journal of Economic History, 60, pp. 599626.CrossRefGoogle Scholar
Prims, F. (1933). De Antwerpsche Breede Raad en zijn archief. Antwerpsch Archievenblad, 8, pp. 161–92.Google Scholar
Riley, J. C. (1994). Interest rates in Antwerp, 1664–1787. In Klep, P. and Cauwenberghe, E. (eds.), Entrepreneurship and the Transformation of the Economy (10th–20th Centuries): Essays in Honour of Herman Van der Wee. Leuven: Leuven University Press, pp. 497505.Google Scholar
Schubert, E. (1988). Innovations, debts, and bubbles: international integration of financial markets in Western Europe, 1688–1720. Journal of Economic History, 48, pp. 299306.Google Scholar
Soly, H. (1977). Urbanisme en kapitalisme te Antwerpen in de 16de eeuw: de stedenbouwkundige en industriële ondernemingen van Gilbert van Schoonbeke. Brussels: Gemeentekrediet van België.Google Scholar
Spufford, P. (2006). From Antwerp and Amsterdam to London: the decline of financial centres in Europe. De Economist, 154, pp. 143–75.CrossRefGoogle Scholar
Stasavage, D. (2011). States of Credit. Size, Power and the Development of European Polities. Princeton: Princeton University Press.Google Scholar
Tilly, C. (1989). Cities and states in Europe, 1000–1800. Theory and Society, 18, pp. 563–84CrossRefGoogle Scholar
't Hart, M. (1989a). Cities and statemaking in the Dutch Republic, 1580–1680. Theory and Society, 18, pp. 663–87.Google Scholar
't Hart, M. (1989b). Public loans and moneylenders in the seventeenth century Netherlands. NEHA, 1, pp.119–39.Google Scholar
't Hart, M. (1997). The merits of a financial revolution: public finance, 1550–1700. In Jonker, J., Van Zanden, J. L., and Hart, M.'t (eds.), A Financial History of the Netherlands. Cambridge: Cambridge University Press, pp. 1136.Google Scholar
't Hart, M. and Limberger, M. (2006). Staatsmacht en stedelijke autonomie: het geld van Antwerpen en Amsterdam (1500–1700). Tijdschrift voor sociale en economische geschiedenis, 3 pp. 3672.Google Scholar
't Hart, M. and Van Der Heijden, M. (2006). Het geld van de stad: recente historiografische trends in het onderzoek naar stedelijke financiën in de Nederlanden. Tijdschrift voor sociale en economische geschiedenis, 3, pp. 335.Google Scholar
Tracy, J. (1985). A Financial Revolution in the Habsburg Netherlands: Renten and Renteniers in the County of Holland, 1515–1565. Berkeley: University of California Press.Google Scholar
Van Aelst, T. (2000). De Antwerpse stadsfinanciën tijdens de Calvinistische Republiek (1577–1585). Unpublished Master's dissertation Ghent University.Google Scholar
Van Buyten, L. (1981). Theorie en praktijk voor de financiële instellingen van het Ancien régime: de verborgen facetten van het rentmeesterschap. Historica Lovaniensia, 28, pp. 549–66.Google Scholar
Van Den Broeck, G. (1980). De Antwerpse magistraat 1675–1699, een bijdrage tot de institutionele en sociale geschiedenis. Unpublished Master's dissertation, Ghent University.Google Scholar
Van Den Nieuwenhuizen, J. (2000). Bestuursinstellingen van de stad Antwerpen (12de eeuw–1795). In Van Uytven, R. (ed.), De gewestelijke en lokale overheidsinstellingen in Brabant en Mechelen tot 1795, deel 2. Brussels: Algemeen Rijksarchief.Google Scholar
Van Der Burg, M. (2002). Tot laste der stadt Rotterdam. De verkoop van lijfrenten en de Rotterdamse renteniers (1653–1690). Unpublished PhD dissertation, Amsterdam University.Google Scholar
Van Der Heijden, M. (2006a). Geldschieters van de stad: financiële relaties tussen stad, burgers en overheden 1550–1650. Amsterdam: Bert Bakker.Google Scholar
Van Der Heijden, M. (2006b). Stedelijke bestuursstructuur en geldleners in Nederlandse steden 1550–1650. Tijdschrift voor sociale en economische geschiedenis, 3, pp. 118–42.Google Scholar
Van Der Stock, J. (ed.) (1993). Antwerp, Story of a Metropolis. Ghent: Snoeck Ducaju & Zoon.Google Scholar
Van Der Wee, H. (1963). The Growth of the Antwerp Market and the European Economy (Fourteenth–Sixteenth Centuries). The Hague: Martinus-Nijnhoff.Google Scholar
Van Honacker, K. (1994). Lokaal verzet en oproer in de 17de en 18de eeuw: collectieve acties tegen het centraal gezag in Brussel, Antwerpen en Leuven. Kortrijk-Heule: UGA.Google Scholar
Van Lerberghe, M. (2013). De Antwerpse stedelijke financiën onder Filips II. Unpublished Master's dissertation, Ghent University.Google Scholar
Van Zanden, J. L. and Prak, M. (2006). Towards an economic interpretation of citizenship: the Dutch Republic between medieval communes and modern nation-states. European Review of Economic History, 10, pp. 111–45.Google Scholar
Van Zanden, J. L., Zuijderduijn, J. and De Moor, T. (2012). Small is beautiful: the efficiency of credit markets in the late medieval Holland. European Review of Economic History, 16, pp. 322.Google Scholar
Weir, D. (1989). Tontines, public finance, and revolution in France and England, 1688–1789. Journal of Economic History, 49 pp. 102–7.Google Scholar
Williamson, J. (1984). Why was British growth so slow during the Industrial Revolution? Journal of Economic History, 44, pp. 687712.Google Scholar
Williamson, J. (1987). Debating the British Industrial Revolution. Explorations in Economic History, 24, pp. 269–92.Google Scholar
Wouters, K. (2004). Een open oligarchie? De machtsstructuur in de Antwerpse magistraat tijdens de periode 1520–1555. Revue belge de philologie et d'histoire, 82, pp. 905–34.Google Scholar
Yun-Casalilla, B., O'brien, P. and Comín, F. (eds.) (2012). The Rise of Fiscal States: A Global History, 1500–1914. Cambridge: Cambridge University Press.Google Scholar
Zuijderduijn, J. (2008). Het lichaam van het dorp. Tijdschrift voor sociale en economische geschiedenis, 5, pp. 107–32.Google Scholar
Zuijderduijn, J. (2009a). Medieval Capital Markets. Leiden: Brill.Google Scholar
Zuijderduijn, J. (2009b). In hetzelfde schuitje. Historisch tijdschrift Holland, 41, pp. 134–48.Google Scholar
Zuijderduijn, J. (2009c). Village-indebtedness in Holland in the fifteenth and sixteenth centuries. In Schofield, P. R. and Lambrecht, T. (eds.), Credit and the Rural Economy in North-western Europe, c.1200–c.1850. Turnhout: Brepols, pp. 3962.CrossRefGoogle Scholar